Een bontbladige klassieker met romig geelgroen gevlekt blad. Ze wordt gemakkelijk mooi gevonden als randbeplanting langs een zonnig pad.
Ook prima geschikt voor keuken gebruik. Misschien iets zachter van smaak dan de gemiddelde gewone salie.
Meer een bladplant dan een bloeier.
Een hele fijne sterke cultivar en nette plant met groot donkergrijs blad dat ook intact blijft bij ongunstig weer.
De bloemknoppen zijn roodachtig en steken daardoor scherp af tegen het grijze blad.
Bijzonder sterk en goed voor tuin en keuken.
Wit bloeiende salie is een compacte plant, iets minder hoog dan de rest.
Niet alleen erg aantrekkelijk, maar ook heel lekker voor bij de pasta.
Ze bloeit zeer rijk en lang en als de bloemetjes zijn uitgevallen blijven de groen160-gele calyxen nog lang sierlijk.
Je snoeit ze na de bloei (geduld, het houdt een keer op) diep terug, dan blijven ze lekker vol.
Vroeger was dat makkelijk je had een witte vorm en dan de twee blauwe: 'Cambridge Blue' en 'Oxford Blue' in de shirt kleuren van de roeiteams van die universiteiten. Deze is dan team Oxford.
Er wordt nog voortdurend gesleuteld aan deze makkelijk zaaibare soort die het eerste jaar al bloeit.
Ze overleeft niet in de volle grond, wel in een koude kas waar het af en toe -10 wordt.
Ze sterft bovengronds af in de winter en mag dan dus ook donker staan.
Salvia ringens is een half verhoutende plant uit de Balkan waar ze tussen 500 en 1300 meter groeit. Op de berg Olympus komt ze voor tot 1900 meter.
Ze heeft gelobt bodembedekkend blad en tot 80 cm lange elegante bloeistengels die daar ver bovenuit steken met tot 4 cm grote bloemen.
Lastig te fotograferen en zeer bijzonder: Blad dat de bodem bedekt en en zeer lange luchtige stengels met grote bloemen.
Een super salie die naar de Goden reikt.
Ik dacht heel even dat we hier met de vaste Salvia macrosiphon te maken hadden. Maar dit is toch echt een witte scharlei. Dientengevolge ook even tweejarig maar wel best goed zelf uitzaaiend.
Soms staat ie drie jaar later opeens weer te pronken, want het is een super beauty.
Die dikke knoppen alleen al.
Echt een leuke en aparte soort weer eens. Bloemen, klein en dof wijnrood verschijnen in grote aantallen, een kleurige wolk veroorzakend boven het grondstanding rozet met groot bijna rond blad. De kleur is een uitdaging aan uw combineer talent. Er zijn hele spannende denkbaar zoals bijvoorbeeld met Sanguisorba. Prima winterhard. Uit Oost Europa.
De bekende 'Schneehügel' moet volgens de Duitsers eigenlijk 'Adrian' heten en dat stimmt uiteraard. Maar het blijft even aangenaam zuiver wit.
Tot de grond terugknippen voor je op vakantie gaat, voor herbloei bij terugkomst.
Voor een toefje wit.
'Blauhügel' is de meest helderblauwe van het hele gezelschap. Erg geschikt voor langdurig blauw in de border
Lager en veel lichter van kleur dan Salvia nemorosa 'Caradonna'.
Makkelijke plant. Knip ze net als Salvia nemorosa na de eerste bloei diep terug voor herbloei.
Deze luchtige reus is kleinbloemig, violet blauw met een witte onderlip aan purperen stengels,
Botanisch dichter bij Salvia pratensis dan bij nemorosa wat zich uit in de natuurlijke onschuldige groeiwijze en weelderige bloei.
Anja heet Oudolf van achteren.
Donker violet uit donker purperen knoppen.
Een veelgevraagde cultivar, vooral vanwege de bekendheid en de duidelijk beschrijvende naam, maar het blijft een zeer oki doki plant, hoewel bijna, toch net niet de aller donkerste, zoals de naam doet vermoeden. 'Viola Klose' is bijvoorbeeld al iets donkerder.
Verwarring alom, want het geeft me wat Salvia's 'Serenade's.
Dit is die ultieme nog niet zo bekende veldsalie die Piet Oudolf mij vele jaren geleden toonde.
Donkere rechte stelen luchtig roze bloemen.
Goed herbloeiend als je haar knipt na de eerste bloei.
Voorbij verrukkelijk.
Lijkt op 'Ostfriesland' maar dan veel hoger met roze kelkblaadjes en elegante lange aren, zoals de naam al doet vermoeden.
Knippen voor herbloei.
Een van de beste winterharde Salvia.