Bijna een onkruid dat zich in onze vuurborder verplaatst via doorgebogen takken die steeds weer aanwortelen.
Je kunt ze natuurlijk ook netjes aanbinden en in toom houden.
Helemaal probleemloos.
Maar vooral heerlijk en prachtig met fijne rode haartjes op de stengels en de wit viltige onderkant van het blad. De bloemen en vruchten zijn net bloemstukjes.
Heerlijke sierstruik.
Een klasse apart; de kruising van Californische braam (R. ursinus), framboos en loganbes. Rudolph Boysen maakte deze kruising in 1923.
Zachtzure bijna zwarte vruchten.
Ze groeit als een braam, maar dan doornloos en smaakt als een braamboos.
Aanbinden.
Rechter James Harvey Logan experimenteerde omstreeks 1880 in zijn tuin in Santa Cruz met het zaaien van wilde bramen (Rubus ursinus). Enkele van zijn zaailingen bleken kruisingen tussen braam en framboos te zijn.
Loganbes draagt op tweejarig hout. Je snoeit dus elk jaar afgedragen takken tot de grond. Ze heeft niet-agressieve stekeltjes.
De bessen rijpen van augustus tot september en zijn zoet-zuur, lekker fris dus.
Hier gaat het alleen om de bloembodem want bloemblaadjes ontbreken. De schutbladen nemen die rol over in het groen. Wat overblijft is de conische zwarte bloembodem met een groen kransje en dat wordt in onze borders meestal heel leuk gevonden.
Bloemschikkers worden hier heel hebberig van.
Subtiel, maar dus niets mis mee.
Deze recente introductie, voor zover wij weten gevonden in de botanische tuin van Auckland (Nieuw Zeeland), is een kruising van Salvia chamelaeagnea x scabra. Beide soorten zijn afkomstig uit Zuid Afrika en bij ons officieel half winterhard.
Of ze wellicht toch voldoende winterhard is voor de volle grond moeten we nog testen
In Engeland zijn ze winterhard, de kans is groot dat dat ook voor hier geldt.
Ze bloeit lang, heeft stevig puntig blad met een lichte aangename kamfergeur.