Mudan is Chinees voor boompioen. De 'gewone' heten Xibei Mudan. Rockii's worden Ziban Mudan genoemd wat duidt op de zwarte vlekken in het hart. Gansu Mudan, boompioenen uit Mudan, al dan niet met vlekken zijn de uitzonderlijk vitale, goed geurende, extra prachtige subgroep van Ziban Mudan.
"Heldere dauw op een tweehoornige bloem" bloeit rijk met 20 x 6 cm grote bloemen.
'Rou Fu Rong' is een klassieke Chinese boompioen met reusachtige gevuldebloemen. Deze boompioenen staan al meer dan 20 jaar in onze tuin, dus ze gaan nog makkelijk 80 jaar mee. En ze maken elk jaar meer bloemen.
Ze zijn uitstekend winterhard.
Het enige wat ze nodig hebben is diep-doorlatende lemige grond.
Wij vinden ze geweldig en dan vooral die half gevulde waarvan je het gouden hart nog kunt zien.
Deze kleur is ook uitstekend hoewel ze gevaarlijk dicht langs het verkeerd soort roze schuurt.
Dit type boompioen wordt zeer oud en bovendien elk jaar mooier.
'Monocarp' (eenmaal bloeiend), collega's noemen het vaak tweejarig, is net zoiets als 'Carpe Diem' (pluk de dag). Of zoals mijn guru zou zeggen: "You ought to be digging it while it's happening." (FZ) Meestal al het tweede jaar een heerlijke wollige wolk op 150 cm hoge purperen stelen.
Ze zaaien zich bovendien rijkelijk uit.
Ik zaai per pot meerdere zaden waardoor je kans hebt op vaker bloei uit dezelfde pot. Genoeg tijd dus voor de zaailingen om het over te nemen.
Wollige bloemkelken aan lange aren, heerlijk zilver grijze stengels en blad.
In het voorjaar knip je ze diep terug; verder geen omkijken naar en gegarandeerd een eindeloos lang bloemenfeest in het najaar.
Ze komen van de ijskoude steppes in de Kaukasus, maar doen het ook voortreffelijk in heet zuid Frankrijk.
Maak je dus geen zorgen als iemand beweert dat deze een beetje bang wordt van vorst.
Onzin: Dit is Genghis Khan lavendel.