Nauw verwant aan broccoli, maar veel eleganter als plant. Het blauw-grijze blad heeft een zoete broccolismaak. De bloemscheutjes en het blad zijn eetbaar. Jong in salade, volwassen gestoofd of in een stamppotje.
In Toscane heet dit hutspotje "Ribollita" het is erg populair als Italiaanse winterkost.
Waarom eten we niet meer spitskool? Zo doodgewoon, maar met misschien wel de meest verfijnde smaak van alle kolen.
En ze laten zich ook nog heel makkelijk telen.
Plantafstand: 50 x 50 cm
Dit oude Duitse ras maakt enorme kolen
Sommigen werden in onze moestuin wel 4 kg.
Heerlijk mild van smaak en ook goed geschikt voor het maken van zuurkool.
Planten in het voorjaar geeft oogst tot november.
Plantafstand: 40 x 40 cm
Deze kleine rode spitskooltjes hebben een zeer milde smaak en zijn daarom extra geschikt voor salade.
Het formaat nodigt ook uit voor culinaire experimenten zoals grillen.
Plantafstand: 40 x 40 cm
Dit professionele ras verdraagt warmte goed en kan daarom ook in de zomer worden geteelt voor oogst in juni / juli. Door de warmte vormen bloemenkolen soms geen vaste krop. Ze rijpt in 68 dagen, dus snel en vormt uniforme iets platte kolen die redelijk zelfdekkend zijn. (Als de krop begint te rijpen dek je deze af door een blad naar binnen te buigentot de nerf breekt.)
plantafstand: 75 x 55 cm
Deze recente introductie van Walters Gardens, combineert de statige struikvorm van Buddleia davidii met de elegant doorbuigende pluimen van Buddleia lindleyana.
Heerlijk romig roze, geliefd bij bijen en vlinders.
Een fantastische compacte dwergvorm met zilver blad, echt een balletje.
De bloemen zijn steriel, de struik kan daarom gemakkelijk tot oktober doorbloeien, uitgebloeide aren wegknippen helpt ook.
Zeer zeldzaam en weinig gekend, maar veel gevraagd na het zien in onze tuin.
Ik ben erg blij dat we hem hier nu ook eindelijk weer eens kunnen aanbieden.
Sinds 1945 een van de beste witte vlinderstruiken.
door de RHS onderscheiden met een Award of Garden Merit in 1993 die werd herbevestigd na nieuwe trials in 2010.
De aren zijn 30 tot 35 cm lang.
Weldadig wit.
Deze oude vriend was in 1994 vaste plant van het jaar.
Heerlijke frisse muntgeur, sierlijke, luchtige en langdurige bloei, ongedwongen bossige groei en glimmend rond blad.
Er bestaan ook vormen met meer behaard blad. In de Pyreneeën noemen ze die bergmunt.
Wolkjes porselein wit en geur voor tuin en Italiaanse keuken.
Een fijne nieuwe kleur in het klokjesspectrum is deze met haar blad goed bodem bedekkende lage soort.
Bloemen in volle trossen met veel kleurdiepte en op uiterste randje waar kunst en kitsch hun beider hoogtepunt bereiken.
Makkelijk en dankbaar.
Een klassieke prijswinnaar waar de Engelsen hun tuinen mee vullen.
Geschikt voor de beginnende tuinier.
Hier kan weinig mis mee gaan. Alleen niet al te droog zetten.
Ze beginnen nu zo ouderwets te worden dat ze weer hip zijn.
Datzelfde oranje uit de jaren 70 maar dan in paars.
Nieuw en bijzonder vanwege de diepblauwe kleur met een zilveren glans en dat dan bovendien dubbel.
Mochten ze wat roestig worden na de bloei; knip ze dan tot de grond terug en je hebt nergens last van.
Zeer geschikt als snijbloem ook.
De bloemen van dit gevulde persikbladklokje verkleuren van heel zacht violet naar bijna puur wit. Het zijn heerlijke dotjes, watjes bijna.
Prima winterhard en makkelijk natuurlijk, voor jarenlang plezier.
Dit inheems klokje groeit van nature graag op kalkhoudende zandige leem langs de rivieren en in Zuid Limburg.
Het blad kan rauw worden gegeten in salades, de wortel, die een beetje op radijs lijkt, kan vanaf oktober de hele winter worden geoogst.
Als bron van voedsel heeft de perzikkruiduil (Melanchra persicariae) de oudste rechten.
Uit Mexico of de VS, dat is niet helemaal duidelijk en best behoorlijk scherp voor een gele.
Vruchten ongeveer 15 cm lang.
Deze Amerikaanse blokpaprika kan buiten op een beschutte plek, of in de kas.
Het is een gezond ras dat ook buiten nog een redelijk opbrengst geeft.
De dikvlezige vruchten zijn groot (10 x 18 cm) en kunnen tot 350 gram per stuk worden.
De smaak is aangenaam zoet en sappig.
Een kleine hartvormige peper.
Veel scherper dan je in sommige beschrijvingen tegenkomt, dus pas even op voor je er in hapt.
Echte peperfans vullen ze en eten ze in twee happen op. Ze zijn zoet en best heel pittig dus wat ons betreft zijn ze daarvoor wat te scherp. Wel goed bevleesd ook.
Ze worden buiten goed rijp, liefst op een warme plek. In de kas doen ze het nog beter. Een meter tussen de rijen, 50 cm in de rij.
Met 100.000 tot 150.000 Scoville is dit geen super hete peper. Ik vind dat wel prettig hoewel de scherpste meestal ook het fruitigst zijn. Deze heeft een uitstekende smaak, een leuke oranje kleur en geeft een goede opbrengst. Het is een van de vele soorten die we graag toevoegen aan onze huisgemaakte piri-piri saus.
Het ras is gevonden door peperfreak Chris Fowler uit Wales.
Deze Habanero- of Ajoemapeper
was van 1994 tot 2006 kampioen allerscherpste peper ter wereld. Het ras werd op formaat, gewicht en scherpte ontwikkeld door Frank Garcia van GNS Spices, in Walnut, Californië.
Sinds 2011 mag het vrij worden vermeerderd.
Niet iedereen proeft die aromatische smaak boven de scherpte uit. Maar wie dat kan is hier fanatiek dol op. Je ruikt het ook.
Ze hebben echt veel warmte nodig, maar die krijg je dubbel en dwars terug.
Nederland heeft z'n boerenkool, België haar lof en Suriname deze dame.
3000 HS
In Peruaanse en Boliviaanse restaurantjes krijg je Zarsa, of Salsa Criolla bij je eten. Dat is deze peper met knoflook en fijngesneden rode ui in citroensap voor over de rijst.
Ze zijn zo groot als een erwt en staan met honderden rechtop op de plant.
De scherpte valt met 30.000 tot 50.000 Scoville mee. Ze smaken voortreffelijk.
We kregen deze kostbare zeldzaamheid van een lieve klant, tevens chef met verstand van pepers.
Lijkt op Carex comans 'Bronze Form' maar dan iets groter en met breder blad. Het doorbuigend bronsgroen blad heeft oranje punten en kleurt in de herfst naar levendig roestig oranje. Op een vochtige plek in de zon kleurt het blad het best.
Deze, zo werd mij ooit verteld, zou niet winterhard zijn, maar wij weten uit ervaring dat dit een van de betrouwbaarste bladhoudende grassen is dat hier al vele jaren met kleurig fris blad glansrijk de winter doorstaat.
'Stephi' is een recente, vrij compacte introductie die rijk bloeit in een heerlijke dromerige kleur.
Ze heeft net als Perovskia een mediterrane uitstraling en wordt ook veel in mediterrane beplantingen toegepast ook al zijn beide van oorsprong Aziatisch.
Knip ze net als Buddleja en Perovskia in het voorjaar diep terug. Verder heb je er geen omkijken naar.
Deze 'mediterrane' plant komt oorspronkelijk uit Oost Azië. (Mongolie, China, Korea, Japan). Ze is recent verhuist van de familie Verbenaceae naar Lamiaceae.
Deze van Liss Forest Nursery heeft aangenaam zilver grijs blad zodat ze als laatbloeier het hele jaar aantrekkelijk is. In 2008 op Plantarium onderscheiden met een zilveren medaille.
Je mag ze in het voorjaar diep terugknippen.
Tamme kastanje komt van nature voor in Zuid Europa, N.W. Afrika, van Marokko, tot Pakistan. Gekweekt worden ze vooral in de Ardèche en op Corsica. In Nederland zijn ze ingevoerd door de Romeinen.
Ze vormen een goede vroege bron van stuifmeel voor wilde bijen en andere insecten. De vruchten zijn rijk aan eiwit en zetmeel. We eten ze graag met spruitjes.
Het hout is zeer duurzaam en wordt speciaal gekweekt voor palen en hekwerk.
Ze groeien aanvankelijk traag maar kunnen uiteindelijk heel oud en hoog worden.
Kan vanwege de hoogte alleen op een pallet worden verzonden. Verzending in pakket is helaas niet mogelijk.