Knoppen grijs-violet, bloemen groot, onregelmatig en niet altijd even rijk bloeiend. De geur stelt voor een lavendel teleur.
Wat tegenwoordig in omloop is onder deze naam is vermoedelijk 'Bowles Early'. Het verloren origineel was zo donker als Hidcote werd gevonden door Gertrud Jekyll en in 1916 geïntroduceerd door Barr.
Deze opvolger teert onverdiend op oude reputatie. Er zijn genoeg veel betere.
Zuiver wit, rijk bloeiend, zeer compact, nauwelijks groter dan 30 cm in bloei, zelfs zeer oude planten blijven zo laag.
Goed winterhard zoals alle angustifolia, maar wat vocht gevoeliger dan de meeste en geen liefhebber van woekerende buurplanten. Voor een open zonnige plek dus.
De allerlaagste witte.
Deze is in de jaren 90 vanuit Frankrijk ingevoerd naar Nieuw Zeeland en daar door Peter Smale benoemd.
Sindsdien ook wel bekend als de drie doelen lavendel; olie, bosjes, sier.
De olie wint regelmatig gouden medailles.
Hij groeit bijzonder snel zodat 5 of 6 per m2 voldoende is. Lange (7-10 cm) onderbroken aren met violette bloemen en donkere knoppen.
Een professionele performer.
De meest 'gewone' roze Lavendel. De bloemen beginnen wit als bij de andere roze vormen. De plant is midden hoog, bossig, met groen blad. Vrij lange aren (5-9 cm).
Het blad doorstaat de winter goed. In de herfst krijgt het een rode waas en in de winter wordt het aangenaam antraciet van de kou.
Goed oud roze uit 1937. Soms worden ze ook gezaaid met wisselende resultaten. Die van ons zijn natuurlijk gestekt.
Aan de prijswinnende 'Hidcote' is nog het een en ander te verbeteren. Dat weten we en we zien door de jaren heen steeds meer sterke kandidaten voor de troonopvolging. Dit is er zo een:
Diep donker met dikke aren, zeer compact en bovendien herbloeiend.
Gevonden omstreeks 1999 door Lammert Koning. Maar pas sinds kort beperkt beschikbaar.
We komen steeds tekort.